In een kleine vissersgemeenschap aan de rand van Kaapstad ontdekt Gabriel een lijk en twee zakken waardevolle abalone. Zijn broer, Michail, overtuigt hem ervan dat ze het voor zichzelf moeten houden. Maar wanneer een corrupte overheidsmedewerker hen achtervolgt, beginnen ze aan een reis naar de bergen en worden ze naar de uiteinden van Kaap de Goede Hoop gedreven voor het voortbestaan van hun relatie en hun leven.